Uitleg genealogie

Uitleg genealogie (stamboomonderzoek)

Wat is stamboomonderzoek precies? Iemand die zijn stamboom aan het uitzoeken is maakt als het ware een reis door de tijd op zoek naar informatie over personen die – in letterlijke zin – aan elkaar verwant zijn, familie zijn. Over allerlei facetten van het leven van “mensen van vroeger” is informatie bewaard gebleven. Voor de genealoog of stamboomonderzoeker zijn behalve de namen in de eerste plaats de gegevens van belang over geboorte, huwelijk en overlijden, drie markeerpunten in het leven van de mens. Deze feiten worden in het vakjargon de primaire gegevens genoemd. Zij vormen de basis van het genealogisch onderzoek. Met hulp van deze gegevens wordt een netwerk van familierelaties in beeld gebracht.

Onderzoekmodellen

Stamboomonderzoek is een verzamelnaam voor verschillende vormen van onderzoek. Als iemand zegt dat hij zijn stamboom aan het uitzoeken is dan weet u door deze mededeling eigenlijk niet meer dan dat hij gegevens verzamelt over verwante
familieleden. Nadere informatie is nodig om te weten welke verwanten het onderwerp van onderzoek zijn. Dan kan vastgesteld worden met welke vorm van onderzoek iemand bezig is, welke onderzoekmodel hij volgt. De verschillende onderzoekmodellen hebben hun eigen naam.

Wilt u bijvoorbeeld de herkomst en betekenis van de familienaam weten, dan werkt u in rechte mannelijke lijn terug in de tijd, op zoek naar de voorvader die als eerste de familienaam is gaan gebruiken. U maakt dan een stamreeks. De oudst bekende voorvader in rechte mannelijke lijn is de stamvader.

De onderzoekvormen die we tot nu toe beschreven werken terug in de tijd. Ze volgen de verwanten in opklimmende of opgaande lijn, de ascendenten.
Daarnaast zijn er onderzoekvormen die vanuit het verleden de dalende lijn volgen richting van het heden, op zoek naar afstammelingen ofwel descendenten. Dit zijn de genealogie en de parenteel.

Gaat u uitzoeken wie er in mannelijke lijn van uw stamvader en zijn echtgenote(s) afstammen, dan maakt u de genealogie van uw familie.
U begint met het gezin van de stamvader. U verzamelt de gegevens van zowel zoons als de dochters, maar zet het onderzoek uitsluitend voort met de zoons. Ook van hen noteert u de gegevens van het gezin, om de uitwerking daarna te volgen met hun zoons, enzovoort.

Werkt u de afstammelingen ook in vrouwelijke lijn uit dan maakt u een parenteel.
Nemen we hetzelfde gezin van de stamvader als uitgangspunt dan noteert u ook de gegevens van het gezin van de dochters, van hun zonen en dochters, enzovoort.

Van deze reeks bestaat ook een vrouwelijke variant, waarbij u de vrouwelijke lijn volgt: moeder, grootmoeder, overgrootmoeder, betovergrootmoeder, enzovoort. Dit wordt een matrilineaire reeks genoemd.

Bij het maken van een kwartierstaat worden de gegevens van alle voorouders verzameld van één bepaalde persoon: zijn (of haar) ouders (2), grootouders (4), overgrootouders (8), betovergrootouders (16), enzovoort. Elke generatie verder terug verdubbelt het aantal voorouders (“kwartieren”). De persoon waarvan de kwartierstaat wordt gemaakt noemt men de pro band.